Levensechte opdrachten in de beroepsgerichte afdelingen
Wat is levensecht leren eigenlijk en waarom vinden we dat zo belangrijk?
Weet je hoe het onderwijs vroeger was? Iedereen had een eigen tafeltje, twee aan twee, in rijen in een klein lokaal. Er waren geen digiborden, maar een schoolbord waarop de docent met een krijtje opdrachten schreef. Heel anders dus en misschien klinkt het zelfs een beetje saai.
De wereld wordt steeds sneller en het onderwijs van nu sluit daar veel beter op aan. Maar hoe kunnen we dat nog aantrekkelijker maken? Hoe betrekken we deze buitenwereld nog meer bij het onderwijs voor jou? Met deze vraag zijn we uitgekomen bij het ‘levensecht leren’. Bij dit ‘levensecht leren’ worden levensechte situaties op school gecreëerd, waarin jij kunt leren en oefenen. Maar bij deze ‘levensechte opdrachten hebben we wél het bedrijfsleven nodig, van voedselverwerkingsbedrijf tot machinefabriek en van kantoor/boekhandel tot aan een trailerbouwer.
Wij vinden het voor jou belangrijk om levensecht te kunnen leren om de volgende redenen:
- Jij kunt ontdekken waar je sterke punten liggen (je competenties).
Een aantal van die competenties kun je ook alleen maar in de
praktijk ontdekken.
- Je leert beter hoe het er in de echte wereld aan toe gaat.
Dat is namelijk toch anders dan vakken of methodes volgens de
boeken op school. Ook kun je je zo veel beter oriënteren
op je verdere (school)loopbaan.
- Als je weet wat je later wilt worden, ga je er ook beter voor leren.
Want je wilt later toch je droombaan?
Om dit levensecht leren mogelijk te maken, hebben we het bedrijfsleven nodig. Gelukkig zijn er een aantal bedrijven die hier graag aan willen meewerken. Want zeg nou zelf: als een bedrijf een automonteur nodig heeft, dan wil hij toch iemand aannemen met zoveel mogelijk praktische en realistische ervaring?
Hoe gaat het werken met ‘levensechte opdrachten’ in de praktijk?
Je werkt bij het maken of opleveren van een product steeds volgens zeven stappen, op precies dezelfde manier als in technische bedrijven. De stappen zijn:
- Oriëntatie: uitzoeken wat je moet doen en wat je gaat maken.
- Definitie: afspreken aan welke eisen het product moet voldoen. Hoe gaat het eruit zien?
- Ontwerp: een technische tekening maken van het product.
- Werkvoorbereiding: het werk organiseren en plannen, zodat je kunt beginnen met de uitvoering.
- Uitvoering: het maken van het product.
- Oplevering: het product aan de klant (of docent) laten zien en bespreken of het goed is.
- Nazorg: terugkijken naar hoe je gewerkt hebt. Wat kun je een volgende keer beter doen?
Klinkt dit ingewikkeld? Gelukkig zijn er docenten die je daarbij helpen. Zij zorgen ervoor dat je de theorie begrijpt en kunt onthouden. Maar doordat je praktisch bezig bent met de theorie, gaat dat eigenlijk een beetje vanzelf.
Op deze manier is het Oostenlicht ook weer de ideale brug naar jouw toekomst!